Sauwerd














































au. SAUWERD (VÓÓR 1594)

1. Gedenktekenen

a. Grafzerken

[446]Abel Onsta ligt in de sauwerder kerk op het koor. Op een zeer ruw gebeitelde grafzerk las ik aldaar ABEL ONSTA, ANNO 1440, DEN 21 MAART OP ...
N.B. Niet meer aanwezig. Vermeld: Almanak ter bevordering van kennis en goeden smaak, 1832. Ongepagineerd.
GDW, blz. 130, nr. [446].

[447]ANNO MCCCCLXXXIII STARF ABEL ONSTA OP SUNTE CECILIEN AVENT.
Wapen en helmteken: Onsta.
Wapen, in het midden van elke zijde één: Boven: Onsta. Schildhouders: twee leeuwen. Rechts: Een schuinkruis, elke arm gevormd door aanstotende ruiten boven 4, beneden 3. Schildhouders: twee engelen (Vergelijk: GDW, nr. 447A). Onder: Op een terras tussen twee bomen een poortgebouw niet een rechthoekig gesloten deur, een smallere bovenverdieping en een kegelvormig dak. Schildhouders: twee liggende eenhoorns. Links: Een gestileerde eikeboom. Schildhouders: twee engelen.
N.B. GMG, nr. 305. Afgebeeld: GSL, blz. 304/305. Sterfdag 21 november.
GDW, blz. 130, nr. [447].

[447A]Kwartieren: I, III en IV niet meer aanwezig. II Een schuinkruis, elke arm gevormd door drie aanstotende ruiten. Schildhouders: twee gehalsbande beren.
N.B. Bij boerderij Burgtweg 20. Vergelijk GDW, nr. 447.
GDW, blz. 130, nr. [447A].

do. SAUWERD (NA 1594)

1. Gebouwen

a. Kerk

1. Gebrandschilderd glas

[3284]HENRIK, VRYHEER VAN RUSENSTEYN, IN DIENST VAN SYNE CONINCKLYKE MAYESTEYT TOT DENEMARKEN EN NOORWEGEN, DER GOTTEN EN WENDEN, HOOG EN VERORDNETE GENERAEL MAJOOR EN GOUVERNEUR DER CONINCKLYCKE VESTUNGH GLUCKSTADT EN ONDERHOERIGE VESTUNGEN, OVERSTE OVER EEN REGIMENT HOOGDUITSCHE TE VOET, ASSESSOR INT CONINCKLYCK CRYGSCOLLEGIE, BARON VAN DE BARONNIE RUSENSTEYN, HEER TOT SAUWERT, OBIERG, USTROP EN GLUT, RIDDER VAN SYN CONINCKLYKE MAYESTEYTS ORDRE ANNO 1673.
Wapen: Gevierendeeld: I en IV: op een door water omspoelde rots een burcht of toren, gewapend met kanonnen en getooid met de Deense vlag; II en III in rood twee gaande gekroonde zilveren leeuwen onder elkaar. Hartschild: een zwaard, waarom een kronkelende slang [Ruse].
N.B. Bij afbraak van kerk gekocht door jhr. J. de Drews van der Feltz, rijksontvanger Uithuizermeeden, 1840; daarna geschonken aan baron von Rusenstein, Kopenhagen. Zie: Drenthsche volksalmanak, 1851, blz. 97. Ook: RAG, Agenda van correspondentie 1841, blz. 320; Provinciale Groninger courant, 29 januari 1844, mengelwerk nr. 5. OBS, blz. 342-345. Christiaan V, koning van Denemarken en Noorwegen.
GDW, blz. 595, nr. [3284].

2. Klokken, uurwerken en windvanen

a. Klok

[3285]CASPAR VAN DER WENGA, HOVELINGK TOT SAUERT UNDT596 OLDERSUM, UDA UNSTA GENAMT VON DER WENGA, F. TOT SAUERT UNDT OLDERSUM, ROLOF PAULI ENDE BROERKE JANSZ K.V. GREGORIUS G. MI 1609.
N.B. Sedert 1840 in toren op hervormde kerk Wetsinge-Sauwerd. Letters: F[ROUW], K[ERK]V[OOGDEN], GREGORIUS [GREGORII HALLENSIS] G[OT] MI. Vergelijk: GDW, nr. 2179.
GDW, blz. 595, nr. [3285].

b. Windvaan

[3286]Wapen: Op een terras een boom en daartegen klimmend twee naar elkaar toe gewende herten met gewei [Bebingh].
N.B. Niet meer aanwezig. Vermeld: RAG, Agenda van correspondentie, 1843, nr. 160, blad 338, zomede: Zegelverzameling nr. C 599. Johan Bebingh, collator 6 november 1789. Zie: RAG, Archieven hoge justitiekamer, inv. nr. 2572, blz. 533.
GDW, blz. 596, nr. [3286].

3. Voorwerpen ten behoeve van de eredienst

a. Avondmaalsbeker

[3287]DIT IS DE SOUWERDER KERCKBEECKER, ANNO 1723.
Wapens: Rechts: Doorsneden: A. een uitkomend aanziend mannenborstbeeld met breedgerande hoed [volgens overlevering sint Andries]; B. drie kruisjes [Keiser]. Links: Gedeeld: I zeven penningen, 1 en 2 en 1 en 2 en 1; II een verkort breedarmig kruis, waarvan de onderste arm iets langer is [Warmolts].
N.B. In 1843 nog aanwezig, in 1970 in Art institute of Chicago. Groninger keur 4/B [=1679/1680]. Tekening van wapen: RAG, Agenda van correspondentie, 1843, nr. 160, blz. 339/340. Maria Warmolts, weduwe van Johan Harmen Keiser. Zie: NPT, 1949, blz. 93; OBS, blz. 345 [Onstaborg]; GDW, nr. 2872.
GDW, blz. 596, nr. [3287].

3. Gedenktekenen

a. Rouwbord

[3288]OBIIT DEN 4 MARTY 1679.
Wapen: Gevierendeeld: I en IV in goud op een door water omspoeld eiland, een kegelvormige grauwe toren, waarin een deur, en op halve hoogte van de toren een trans waarop drie kanonnen, de buitenste naar elkaar toe gewend, de middelste met de mond naar voren, de spits bestoken met een ingehoekte rode vlag, beladen met een gouden kruis [Denemarken]; II en III in rood twee gekroonde gaande zilveren leeuwen onder elkaar. Hartschild: in goud een gekroonde rechtop naar boven kronkelende gele slang met uitgestoken tong [Ruse, doch zwaard ontbreekt]. Onder het schild een aan een gestrikt lint afhangend breedarmig kruis, de onderste arm langer dan de overige.
N.B. Aan bord een door Denen op Turken veroverd schild. Sedert 1795 niet meer in de kerk, 22 maart 1844 verkocht naar Denemarken. Zie: OGK, blz. 64. Tegenwoordige verblijfplaats onbekend. Tekening van wapen: RAG, Genealogische verzameling, nr. 168. Hendrik Ruse, baron von Rusensteyn.
GDW, blz. 596, nr. [3288].

b. Naamplaten op doodkisten

[3289]HIER WORDT BESLOOTEN HET GEBEENTE VAN DE ZALIGE E.W. FEMINA VAN KATWYK, UIT DE GESLAGTE DER BESTENS, GEWEEZEN MOEDER VAN HENRIK RUZE, BARON RUZE ETC.
N.B. Niet meer aanwezig. Vermeld: RAG, Agenda van correspondentie, 1841, nr. 320 verso. Femina of Euphemia van Ketwich, overleden 1662, dochter van Albert van Ketwich en Machteld van Besten; moeder van Hendrik Ruse, op Onstaborg 1658-1679. Ook: Drentsche volksalmanak 1851, blz. 99, 102. OBS, blz. 344, 345.597
GDW, blz. 596, nr. [3289].

[3290]Vervallen.
N.B. Tekst van naamplaat verward met die van gebrandschilderd glas. Zie: Almanak ter bevordering van kennis en goeden smaak, 1832, ongepagineerd. GDW, nr. 3284.
GDW, blz. 597, nr. [3290].

[3291]IN DEESE KISTE IS BESLOOTEN HET LICHAAM VAN DEN WELGEBOOREN HEER HENDRIK VRIEHEER VAN RUZENSTEIN, ERFHEER TOT SAUWERT, ABIERG, ENT USTRUP ETC. LEUTENANT GENERAAL VAN ZYN KONINGLYKE MAJESTEIT VAN DENEMARKEN ETC.
N.B. Tin. Niet meer aanwezig. Vermeld: RAG, Agenda van correspondentie, 1841, nr. 320. Sterfdag 4 maart 1679. Zie: GDW, nr. 3288.
GDW, blz. 597, nr. [3291].

[3292]IN DEEZE TOMBE WORDT HET GEBEENTE BESLOOTEN VAN DE ZALIGE VROU ZUZANNA BARONNESSE VAN RUSENSTEIN, VROUW TOT SAUWERT, IN HAAR LEVEN HUISVROUW VAN DIE HEER HENRIK RUZE, BARON VAN RUZENSTEIN ETC. ETC.
N.B. Tin. Niet meer aanwezig. Vermeld: RAG, Agenda van correspondentie, 1841, nr. 320. Ook: Almanak ter bevordering van kennis en goeden smaak, 1832. Ongepagineerd. Hendrik Ruse, van Runen in Drenthe, capitein ingenieur ten dienste van de stad Amsterdam, oud 29 jaren, ondertrouwd aldaar 2 juni 1654 Sussanna Duppengiesser, van Stokholm, oud 26 jaren. Zie: De navorscher, 1858, blz. 319.
GDW, blz. 597, nr. [3292].

c. Grafzerken

[A3292A]Lubb. Wilh. Beckering Pastor in Sawert stierf 10 janu. 1676.
van 't leven ben ik bloet, 't lijf rust in d' aanti klock, mijn ziel in Abrams schoot. Als Gods Basagne slaat, mijn lijf uit d'aard opstaat, en ook ten Hemel gaat.
N.B. Niet meer aanwezig. 'In de kerk te Sauwert voor de Predicstoel'. Vermeld: Gron. Arch., F.A. Hora Siccama, inv.nr. 475, fol. 5 (19de eeuw). Vriendelijke mededeling M. Glas.
Niet in GDW.

[3293]ANNO 1760, DEN 12 MAAY, IS ZEER CHRISTELYK IN DEN HEERE ONTSLAAPEN HESTERDYNA PIETERS, DOCHTER VAN DE SCHEPPER PIETER JELTES EN JANTJEN JACOBS TOT SAUWERT, GEBOOREN DEN 1 JANUARY 1750 EN ALHYR BIEGESET DEN 20 MAAY 1760, VERWACHTENDE MET ALLE GELOOVIGEN EEN SAALIGE OPSTANDINGE IN ONSEN HEERE CHRISTUM JESUM.
N.B. Niet meer aanwezig. Vermeld: GSL, blz. 305.
GDW, blz. 597, nr. [3293].

[3294]ANNO 1765, DEN 25 NOVEMBER, IS ZEER CHRISTELYK EN SACHT IN DEN HEERE GERUST DE EER EN DEUCHTSAAME VROUWE JANTJEN JACOBS, HUISVROUW VAN DEN SCHEPPER PIETER JELTES TOT SAUWERT, EN OP DINGSDAGH DEN 3 DECEMBER 1765 ALHYR IN DE KERK TOT SAUWERT BY HAAR TWEE ZOONS EN EEN DOCHTER BIGESET, VERWACHTENDE EEN ZALIGE OPSTANDINGE MET ALLE GELOVIGEN IN ONSEN HEERE JESUM CHRISTUM.
N.B. Niet meer aanwezig. Vermeld: GSL, blz. 305.
GDW, blz. 597, nr. [3294].

4. Overige voorwerpen

a. Arreslede

[3295]Nog ziet men in eenen hoek van de sauwerder kerk de overblijfselen van eene uit hout gewerkte groote zwaan, voorzien van een vergulden kroon om haren hals. Zij maakte lange jaren op het voorportaal van deze kerk eene zeldzame figuur.... Men zegt dat Rusensteyn die figuur als narreslede heeft gebruikt.
N.B. Niet meer aanwezig. Vermeld: Almanak ter bevordering van kennis en goeden smaak voor het schrikkeljaar 1832. Ongepagineerd. Mogelijk wapenfiguur of helmteken.
GDW, blz. 597, nr. [3294].







Contact


Bron: A. Pathuis, Groninger gedenkwaardigheden. Teksten, wapens en huismerken van 1298-1814
(Assen/Amsterdam 1977), met aanvullingen en correcties door R.H. Alma.
Met dank aan Elibert Datema voor het scannen en ocr'en.
Aanvullingen en correcties graag naar mailredmeralmanl.



Laatst bijgewerkt 16 november 2012
Naar begin van de pagina